vrijdag 12 april 2024

mondharmonicavereniging

 Mondharmonicavereniging Excelsior herdenkt 60-jarig bestaan in 1988

Mondharmonicavereniging Excelsior wordt volgende week zaterdag, 8 oktober 1988, ’s middags van 15.00 tot 17.00 uur een receptie gehouden in De Speeldoos aan de Rembrandtlaan. Een week later (15 oktober) volgt daar een feestavond, te verzorgen door de uit veertig personen bestaande Hilversumse groep The Lucky Boys and Girls. Deze ook in Baarn zeer goed bekend staande amateurs — in hun eigen woonplaats weten zij de zaal van Gooiland liefst vijf avonden vol te krijgen - hengen de showrevue Theater. Zelf bestaan deze Hilversummers al 51 jaar en oorspronkelijk vormden zij een... mondharmonicavereniging. Kaarten voor deze jubileumavond zijn verkrijgbaar bij N.K. Jansen, Balistraat 21 (tel. 14865), die trouwens reeds 51 jaar bij Excelsior actief is en daarmee tevens het oudste lid is.

Het optreden in Baarn van de mondharmonicavereniging Bravo uit Amersfoort (omstreeks juni 1928) had tot gevolg dat enige Baarnse mond- harmonicaliefhebbers de hoofden bij elkaar staken, een vergadering belegden en op 28 augustus 1928 de Baarnse mondharmonicavereniging Excelsior oprichtten.

De feitelijke oprichters waren de heren G. Greeven, H. Overeem, S. van Zijst sr. en J. Verwoerd. Dirigent werd de heer D. Greeven uit Amersfoort. Ondanks het bestaan van al twee mondharmonicaverenigingen in Baarn (Ons Genoegen en De Eendracht) bleek ook Excelsior in een behoefte te voorzien, want al spoedig steeg het aantal leden tot 65.

Het repetitielokaal was in die jaren gevestigd in de zaal van café Novum in de Laanstraat (vroeger stoffenhuis R. Polak), waar ook de eerste uitvoering op 5 januari 1929 werd gegeven.

Eind 1929 kwam Excelsior onder leiding van de heer D.A. Stor en tevens werd in zijn werkplaats gerepeteerd tot het uitbreken van de oorlog. Excelsior bespeelde toen als één van de eerste verenigingen de chromatische Polyphonia-instrumenten. Na de oorlog, op 10 april 1946, ondanks schaarste aan instrumenten, werden de repetities o.l.v. de heer Stor hervat.

B.M.V. Excelsior  in 1933 met dirigent Cor Kling

Oefenlokalen

In 1947 verhuisde Excelsior voor repetitiegelegenheid naar Christelijke Belangen, wat maar een jaar duurde. Daarna betrok men een bovenzaal van restaurant Astoria, waar Excelsior 10 jaar verbleef. Aansluitend volgden nog als repetitielokaal Onder de Linden, De Ark en de zaal van harmonie Crescendo. In het jaar 1949 kwam er een einde aan het 19-jarige dirigent- schap van de heer Stor.

Onder leiding namelijk van de heer Stor en bijgestaan door één van de oprichters, tevens voorzitter, name- •ijk de heer S. van Zijst, mocht Excelsior vele successen behalen, ondanks de soms (crisisjaren!) zeer moeilijke omstandigheden. De heer Cor Kling volgde in 1949 de heer Stor als dirigent op en bracht Excelsior naar grote hoogte. Op 17 oktober 1953 werd het 25-jarig jubileum herdacht met een receptie in Christelijke Belangen.

In het jaar 1961 gaf de heer Kling te kennen wegens hoge leeftijd te willen stoppen als dirigent van Excelsior. Een zeer sympathieke geste van hem was, dat hij zelf voor een opvolger zorgde in de persoon van de heer R. Jongerden, een oud-leerling van de heer Kling.

vrijdag 5 april 2024

 [Uit een oude Baarnsche Courant]:

Zonder twijfel zal Mr. J.C.G.C. Laan op 11 oktober 1858 zijn nieuwe ambt als burgemeester van Baarn met de nodige ambities aanvaard hebben. Bekend is dat deze opvolger van Jan (zoon van Frans) Pen zich gruwelijk ergerde over de vele koeien, die in zijn tijd op en langs de Baarnse straten te vinden waren.

Die tegenzin had niets te maken met het feit, of hij wel en niet een dierenvriend zou zijn. In het 'koeiendorp', dat Baarn destijds was, vervuilde ze evenwel het wegdek. De beesten moesten immers vaak zo maar langs de weg in de berm grazen, of werden tot aan de rand van het bos 'gehoed", om daar een maaltje te zoeken.

De burgemeester wond zich minder op over de runderen, dan wel over de onsmakelijke plakkaten, die zij op het wegdek achterlieten, wanneer zij over straat liepen. De mensen moesten er bij het lopen danig rekening mee houden en dat in een tijd waarin de gemeente nog (lang) niet over een eigen reinigingsdienst beschikte.

Daar wilde de nieuwe eerste burger van Baarn verandering in aanbrengen. De koeien liepen weliswaar vaak netjes aan de lijn, de "gevolgen" werden er niet minder op. Mr. Laan besloot er radicaal een einde aan te maken Een nieuwe verordening moest dat bewerkstelligen en de veldwachter kreeg de opdracht alle koeien, die hij op of langs de Baarnse straten aantrof, op te brengen naar het Rechthuis op de Brink.

 

Hotel Velaars op de brink in Baarn

Niet om de dieren voor het gerecht te slepen en evenmin om het hotel in staat te stellen een consumptie te serveren. Wel om de koe in een "schutbank" op te bergen, waar de eigenaar het dier pas kon bevrijden na betaling van een behoorlijke boete. Zo'n maatregel zal in het dorp beslist niet met vreugde begroet zijn, hoewel het een enkele keer ook tot een komisch verhaal aanleiding gaf. Want op een goede dag werd een 16-jarige plaatsgenoot op heterdaad betrapt, toen hij toch met zijn koe aan de lijn door Baarn liep. Nog wel in de holle zandweg, welke later naar burgemeester Laan vernoemd zou worden (Laanstraat).

De order was uiteraard niet voor niets gegeven en dus moest de veldwachter optreden. Hij zal met genoegen gezien hebben, dat de betrokkene niet al te oud was en het risico dus beperkt bleef. Inderdaad kon hij het dier zonder al te veel moeite afpakken, om aan het touw naar de schutbank te brengen.

In zijn voortvarendheid had de veldwachter echter niet gezien, dat de jongen ongemerkt het lange touw vlak bij de kop van het dier had doorgesneden. Hij merkte het ook niet doordat dit touw over de grond sleepte. Dom als een koe liep de "sterke arm" alleen met dat touw richting Brink, terwijl het beest zich rustig kon omdraaien en achter zijn baas huiswaarts liep.

Dergelijke waar gebeurde verhalen 't Is zo, ik weet het, want het was een neefje van v. Daatzelaar, die achter de kerk woont'') werden bij voorkeur verteld aan de borreltafel. Die voor de gewone man overigens niet in het Rechthuis stond, veeleer in een lokaliteit als De Bak". Een horecabedrijf aan de doorgaande weg achter de kerk (nu Stationsweg), schuin tegenover waar thans het  politiebureau staat op foto links en  rechts is Hotel Velaars.

Het oude politiebureau aan de Stationsweg

Daar kwamen trouwens niet alleen de Baarnaars, maar in de zomermaanden ook de "potverteerders uit andere gemeenten, die met grote wagens - "potwagens" werden deze Jan Pleziers genoemd, waarin wel 30 personen vervoerd konden worden - een dagje uit naar Baarn trokken.

vrijdag 29 maart 2024

 Het verhaal over de Oranjeboom lang geleden

Nu men momenteel aan de Oranjeboom druk bezig is op het kruispunt Amsterdamsestraatweg-Hilversumsestraatweg-Luitenant Generaal van Heutszlaan een modern verkeersplein te maken ten dienste van het steeds maar drukker wordend verkeer aldaar, plaatsen wij een oude foto van dit bekende kruispunt uit het begin van deze eeuw.

Wat het eerste opvalt is de volkomen rust, welke van dit plaatsje uitgaat. Totaal geen verkeer is er te zien; je zou tegenwoordig eenvoudig geen kans krijgen zo'n foto te maken. Het tweede wat opvalt, is dat de Luitenant Generaal van Heutszlaan precies tegenover de Hilversumse straatweg lag. Waarom men dit later veranderd heeft, hetgeen zeker geen verbetering was te noemen, konden wij niet te weten komen. Thans is de situatie weer veranderd


Ook op dit 'plaatje links een vertrouwd beeld in die dagen: de gaslantaarn. Moet u eens gaan kijken welk een enorme verlichting men met neonlampen op hoge masten daar thans heeft aangebracht. 

Op de boom op de hoek zit een verkeersbord uit die tijd. Hoewel op de foto moeilijk te lezen, staat er op: 'Verboden voor rijwielen en auto's'. Bedoeld zal zijn, dat het pad langs de bomen uitsluitend voor wandelaars is bestemd, fietsen moest men op de hoofdweg, hetgeen in die tijd gemakkelijk kon. En met de wandelaars werd in het begin van deze eeuw terdege rekening gehouden, hoewel ook vandaag de dag langs de Amsterdamse straatweg een wandelpad is te vinden. 

Tenslotte: op de hoek de bekende fraaie villa 'de Roosterhoeck', nog in z'n volle glorie. (Dit jaar pas afgebroken). De naam blijft ook in de toekomst evenwel behouden, want de aldaar te bouwen verzorgingsflat gaat dezelfde naam dragen.

Wie er toentertijd woonde? Wij maakten dezer dagen 'n praatje met mevr. Kotten, die al bijna 50 jaar in het vriendelijke witte huisje aan de overkant - op de foto niet zichtbaar - woont. (Eigendom van H.M. de Koningin). Ook zij wist niet precies of het nu de familie Cankrien of Pleines was. 

Later werd de villa aangekocht door de vereniging 'Trein 8.28' die er een kindertehuis vestigde en na nog enkele malen van eigenaar verwisseld te zijn, werd het grote huis de laatste jaren vóór de afbraak bewoond door enkele gezinnen met elkaar.

Dat is mu allemaal verleden tijd, evenals de kiosk op de hoek en de samenkomsten van bet Leger des Heils 's zondagsmiddags. Alleen 'het verkeer' is thans oppermachtig aan de Oranjeboom.


Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren via internet stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 




Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4

3741 SK BAARN

donderdag 28 maart 2024

 Antwoord zoekplaatje vorige week: Stationsplein

Een artikel van rond 1966: 

Een idyllisch plaatje, vindt u niet? Alles spreekt van gemoedelijkheid en rust: de wachtende koetsier met z'n hoge hoed op en het wachtende paard met z'n dek om op ons Stationsplein. Waarop ze wachten? Misschien is het rijtuig besteld door een familie die straks met de trein meekomt en een dagje in Baarn komt doorbrengen bij kennissen of zomaar om van de schone natuur te genieten. Het is ook mogelijk, dat de 'snorder' niet tevoren is besteld en op hoop van zegen staat te wachten om een passagier op te snorren.

Op de bok van het koetsje zit onze zegsman, de heer J.D. Broerze thans 61 (en wonende te Laren). Volgens hem dateert de foto uit omstreeks 1925, dus ruim 40 jaar geleden. Tussen twee haakjes: je zou niet zeggen, dat daar een jongen van 19 jaar op de bok zit, dat komt natuurlijk door die hoge hoed en de lange zwarte jas. Ten slotte, wij lieten de originele foto zien. Als u goed kijkt, ziet u net onder de zweep van koetsier Broerze, (die in dienst was bij de Gebr. v. d. Heiden) nog een snorder staan. Dat is Jan Verhoef uit de Weteringstraat.

Wat in die tijd een dorpsritje kostte? Drie kwartjes, een heel bedrag voor toen. Wilde men een tochtje maken in de omgeving van Baarn, dan betaalde men 3 gulden. De koetsier reed je dan naar de Hoge en Lage Vuursche of de kant van Laren op als men dat liever wilde. Alles rustig aan. ,,Maar ik had altijd méér vrachtjes dan Jan, want ik reed op gummi en hij op ijzer..." vertelde Broerze, nóg met enige trots.

Ons station is nog niet veel veranderd in die jaren, tenminste van buiten niet. Alleen de lampen, die u op het plaatje aan de gevel ziet hangen. zijn verdwenen. Ook het rustieke huisje op de achtergrond, juist boven de kop van het paard (mag je niet zeggen, een paard heeft een hoofd...) is afgebroken. Dat was de retirade van het station (sleutel aan het loket). Het witte hekje er omheen hield ongenode gasten op een afstand. Het gebouwtje rechts ervan staat er vandaag de dag nog precies zo. Alleen: in 1925 stond er op te lezen: Groenhuizen's Woningbureau, thans staat er op: Groenhuizen's Brandstoffenhandel. Een trottoir voor ons station kende men toen nog niet, zoals u ziet.

Op de foto zien we de taxichauffeur, die thans bij ons station staat te snorren op hoop van zegen. Zij vonden, dat gerekend naar de drie kwartjes van 1925, thans een dorpsritje van 1.75 (exclusief hoor!) géén geld is. Daarom blijven taxichauffeurs altijd arme jongens, weet u. Maar ze dragen dan ook geen hoge hoed meer, stel je voor!

Het toerisme in Baarn kwam na de aanleg van de spoorlijn al snel op gang. Grote drommen toeristen kwamen uit de grote steden naar Baarn om te genieten van de prachtige bossen en uitgestrekte polderlandschappen. Eén van de grote trekpleisters was in die tijd ook het prachtige Badhotel. Aan het begin van de vorige eeuw werden de eerste initiatieven ontplooid voor een toeristisch centrum om nog meer toeristen naar Baarn te lokken. Het eerste verkeersbureau dat Baarn kreeg was oorspronkelijk in gebruik als politiebureau. Foto links: het koetsje en rechts: het oude Verkeersbureau op het Stationsplein.

De winnaar deze week is Hans Wester uit Baarn.


Het oude politiebureau later VVV-kantoor





vrijdag 19 januari 2024

 Boswachterij De Vuursche - 1953

In de dertiger jaren kwam Staatsbosbeheer door aankoop van in de gemeente Baarn gelegen gronden in het bezit van een deel der Vuursche bossen, die ingedeeld werden bij de Houtvesterij Utrecht. Voor het beheer van deze gronden, die vóór 1938 de landgoederen „Klein Drakestein” (vorig eigenaar Jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein), „De Hooge Vuursche” (van wijlen de heer J. A. L. v. d. Bosch) en „Groeneveld” (van de familie Taets van Amerongen) vormden, werd in September 1938 als nieuwe Dienstkring van de Houtvesterij Utrecht de Boswachterij De Vuursche gevormd.

De heer H. van de Hoef, werd met de dagelijkse leiding van de nieuwe Boswachterij belast. 

De bosbrandweerorganisatie.

De heer van de Hoef vertelde ons over de bosbrandweerorganisatie voor De Vuursche, De bosbrandweerorganisatie is hier in handen van de Utrechtse Bosbrandweervereniging, waarvan vrijwel alle bosbezitters lid zijn. Deze organisatie strekt haar werkterrein uit over de gehele provincie Utrecht. Ze is daartoe verdeeld in 3 stroken. Wij vallen hier onder de Noordelijke strook, waarvan de heer Wilhelm, rentmeester van het Landgoed Pijnenburg, commandant is. De strook is onderverdeeld in blusgroepen, t.w. de groepen Hooge Vuursche, Domein Soestdijk, Lage Vuursche, Pijnenburg, Soest en De Paltz. Elke groep heeft een groepscommandant en leden (blussers). Voorts heeft elke strook ook een of meer technische leiders. De U.B.V. krijgt haar geldmiddelen uit een Rijksbijdrage, donaties en bijdragen van gemeenten. De laatste op basis van het aantal inwoners en oppervlakte bos en heide. In Boswachterij De Vuursche kwamen de laatste jaren gelukkig geen branden van enige omvang voor.”



De wildstand

Hiervan vertelde onze zegsman, dat deze op de Vuursche behoorlijk is. Plaatselijk komen veel konijnen voor, die jonge aanplantingen nogal eens grote schade toebrengen. De reeënstand is nog steeds belangrijk minder dan voor de oorlog.

De oorlogsjaren deden veel kwaad

De heer van de Hoef vertelde over de schade, die Boswachterij „De Vuursche” gedurende de oorlogsjaren geleden heeft het volgende:

„Gedurende de laatste oorlogsjaren leed De Vuursche grote schade vanwege houtvellingen door de Duitse Weermacht en houtroof door de burgerbevolking in verband met de brandstofschaarste. Door de Duitsers werd rond 20 ha kaalgeslagen en daarnaast nog plm. 50 ha sterk beschadigd. In totaal ging hierdoor rond 5000 m3 werkhout verloren met een schade, tegen de toen geldende houtprijzen, van rond 107.000 gulden. Door de houtroof der burgerbevolking — voornamelijk uit Hilversum — werd nog eens 33 ha bos vernield of zwaar beschadigd. Deze schade bedroeg rond ƒ 26.000.—. In totaal werd ongeveer een vijfde van het bosareaal der boswachterij vernield of zwaar beschadigd. Hierbij moet worden opgemerkt dat ongeveer 75 van de 610 ha, die De Vuursche groot is, uit bouw- en weiland bestaat. Tot de Boswachterij behoren het kasteel „Groeneveld”, 4 boerderijen en 15 arbeiderswoningen.”

„Gelukkig” — zo vervolgde de heer v. d. Hoef — „zijn vrijwel alle kaalslagen, die tijdens de oorlog ontstonden, weer herbebost. Hierbij werden o.m. Douglas, Japanse lariks, grove den en Oostenrijkse den gebruikt, die met de eik, de beuk, de esdoorn en de populier tot de meest gebruikte houtsoorten behoren.